Visie

Domus classica is het initiatief van een groep gedreven classici, die de oude talen achter de traditionele onderwijsmuren vandaan willen halen om ze opnieuw open te stellen voor het brede publiek.

Dat is ook de magie van klassieke talen leren. Dat je door het leren van eeuwenoude talen, van Grieks of van Latijn, in het hoofd kan kruipen van mensen die 2000, 2500 jaar geleden hebben geleefd. En die mensen zijn heel erg zoals wij, …’ (Ilja Leonard Pfeijffer in Zomergasten, VPRO, zondag 23 augustus 2020).

De weg naar deze kennismaking loopt langs de studie van de taal, die haar intrinsieke waarde en grote schoonheid heeft. Dat bestuderen is op zichzelf al meer dan de moeite waard.
Maar de lectuur van Griekse en Latijnse teksten biedt ook een inkijk in het verleden die essentieel is om onze eigen tijd en uiteindelijk ook onszelf beter te kunnen begrijpen.

We willen hiervoor cursusreeksen en lezingen organiseren, met een drievoudig doel voor ogen:
• de klassieke talen en teksten op een toegankelijke manier vanaf beginnersniveau ontsluiten voor mensen die daar nog niet eerder de kans toe hebben gekregen,
• via leeskringen een continuum creëren om klassieke auteurs met een breed publiek in de grondtekst te lezen,
• voortdurend de relevantie voor het voetlicht brengen van de antieke beschaving en cultuur voor diverse aspecten van onze huidige tijd.

Oude talen kunnen, ook al worden ze niet meer gesproken, sterk verbindend werken. Aan de hand van literair-culturele verwantschappen blijkt immers hoezeer de ‘oudheid’ van inwijkelingen uit Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Turkije een terechte plaats heeft in een gemeenschappelijke geschiedenis. Of hoe de oudheid gezien kan worden als ‘een gedeeld verleden en een plek van ontmoeting’ (David Rijser) voor alle erfgenamen ervan. Tot vermeerdering van wederzijds geduld, begrip en respect.

De antieke wereld blijft ons ook verbazen door haar actualiteit. Door de toenemende kruisbestuiving van exacte wetenschappen zoals geologie en dna-onderzoek en nieuwe wetenschappelijke disciplines zoals dendroklimatologie en de bestudering van ijskernarchieven, wordt de bekende geschiedenis de laatste jaren met nieuwe ogen bekeken en herschreven. Fenomenen als permanente migratie, waterbevoorrading, klimaatschommelingen of milieuvervuiling vroegen vroeger evenals vandaag om antwoorden.

En bovenal bieden de klassieken troost, in de woorden van Machiavelli ‘cibo’, ‘spijs’ of voedsel, een bron van leven. De boeken zijn als plaatsvervangers van de auteurs, ze leven en floreren ondanks de afstand in tijd:
Passend uitgedost treed ik (…) binnen in de aloude hoven van de klassieken; daar word ik hartelijk door hen ontvangen en voed mij met de enige spijs die de mijne is, de spijs waarvoor ik geboren ben. En dan schaam ik mij niet het woord tot hen te richten en hun te vragen naar de redenen van hun daden: en vriendelijk antwoorden ze dan. En vier uur lang voel ik niet de minste kwelling, vergeet ik alle vermoeienissen, vrees ik de armoede niet, ben ik niet bang voor de dood; met heel mijn wezen ga ik in hen op’ (Machiavelli aan Francesco Vettori – 10 december 1513)

Dit alles met jullie delen is onze ambitie en onze hoop.