Een korte literatuurgeschiedenis

“Homerus is de eerste, de belangrijkste en de beste.”
“Plato mag dan wel de belangrijkste filosoof aller tijden zijn, als auteur is hij vals, tricky en onbetrouwbaar. Het is niet moeilijk drogredeneringen te vinden in zijn werk. En in bijna elke dialoog zijn er wel momenten waarop de gesprekspartner van Socrates toevallig net vergeet de juiste tegenwerping te maken en in plaats daarvan precies
zegt wat in Plato’s kraam van pas komt.”

“Wat je ook vindt van Aeneïs als geheel, ieder afzonderlijk vers is grootse poëzie. Met een verbluffende poëtische economie en bijna magische beeldende kracht kneedt Vergilius het Latijn om tot een tovertaal, waarin elk afzonderlijk woord zwanger is van betekenis, klank en kleur.”
“De vuigste, ruigste en beste Romeinse satiricus is Decimus Junius Juvenalis.”
Een greep uit: De Antieken. Een korte literatuurgeschiedenis (2000)

Voor gevatte oneliners en heerlijke typeringen moet je bij Ilja Leonard Pfeijffer zijn. Het boek dat hij geschreven heeft over de antieke literatuur leest als een roman. Pfeijffer studeerde klassieke talen aan de Rijksuniversiteit in Leiden en promoveerde in 1996 op het aartsmoeilijke werk van Pindarus, een Griekse dichter. Onlangs heeft hij een nieuwe roman gepubliceerd, waarin hij het heeft over de kwetsbaarheid van democratieën aan de hand van het verhaal van Alcibiades.